Ontstaan van een community: drie elementen
door: One4marketing
door: One4marketing
Stel: Je twittert heel wat af. Je schrijft niet alleen tweets, maar reageert op tweets van anderen en retweet af en toe wat anderen schrijven en wat je de moeite waard vind voor anderen. Bovendien, je volgt mensen terug als zij jou volgen. Sommige van deze mensen ken je ook offline en ontmoet je van tijd tot tijd. Dan ben je in twittertermen al heel aardig op weg, zeker als al jouw volgers hetzelfde doen. Dan twittert iedereen er helemaal op los! Maar zijn jij en je volgers dan ook een twitter-community?
Nee. Maar dat vermoedde je vast al. Voor het ontstaan van een community is nog wat meer nodig dan participatie alleen. Participatie en community zijn wel aan elkaar gelinkt, maar dan als proces. Het proces begint bij participatie van enthousiaste maar niet per se aan elkaar gelieerde deelnemers. Vervolgens ontwikkelt zich een groep langs drie sociaal psychologische elementen. Aan het eind van het proces heeft zich een community gevormd.
De drie elementen die ervoor zorgen dat participeren van deelnemers overgaat op onderdeel zijn van een community, zijn sociale identiteit, sociale representatie en invloed (Campbell & Jovchelovitch, 2000):
1. Sociale identiteit
Deelnemers delen kenmerken die in samenhang zorgen voor een benoembare identiteit. Een groep deelnemers is bijvoorbeeld innovatiegericht en bediscussiëren alles wat te maken heeft met Het Nieuwe Werken (identiteit: wij, de flexwerkers), of een groep deelnemers is onvrijwillig betrokken geraakt bij de Noord-Zuid metrolijn in Amsterdam (identiteit: wij, de Amsterdammers).
2. Sociale representatie
Dit is een lastiger psychologisch begrip. Het gaat er vooral om dat deelnemers een gezamenlijk wereldbeeld hebben. Dit wereldbeeld is een set van overtuigingen en is leidend bij de interpretatie van alles wat om ons heen gebeurd en onze dagelijkse activiteiten. Dit kan naar de voorbeelden vertaald worden als uitspraken: “Het Nieuwe Werken biedt kansen voor een betere balans werk-privé” (wereldbeeld: de manier van werken is veranderbaar); “De gemeente en het rijk stellen prestige boven burgerbelangen” (wereldbeeld: de overheid handelt niet in het belang van burgers).
3. Invloed
Binnen de groep deelnemers worden voorwaarden voor het hebben van invloed gedeeld. De deelnemers hebben dezelfde kans op het hebben van invloed in de groep, eigenlijk heel vergelijkbaar met democratie. Iedere deelnemer kan voor zichzelf bepalen hoeveel tijd hij/zij in Het Nieuwe Werken stopt en dus hoeveel zijn/haar stem meeweegt in het debat. Hetzelfde geldt voor de Amsterdammers die een bijdrage aan de discussie rondom de metrolijn leveren en hun netwerk beschikbaar kunnen stellen om meningen kracht bij te zetten, media te benaderen of inspraak te vragen bij de gemeenteraad.
Het komt door deze drie elementen van participatie dat begrip ontstaat over het discussieonderwerp, de eigen mening wordt afgewogen en de mogelijkheden bekend zijn om de discussie te sturen. Zo ontstaat tijdens het participeren in een groep gaandeweg een levendige community die actief en gericht bijdragen doet en zich verder kan ontwikkelen.
Communities bouwen en onderhouden is overigens niet iets dat alleen online gebeurd. Sterker: elke vorm van duurzame samenwerking is vanaf het prilste begin van de mensheid te kenmerken als een community. Vanaf toen hadden we er wellicht steeds andere termen voor, zoals familie, vriendengroep, dorpsgemeenschap, maatschappij, ambachtelijke gilden, kerkgemeente, vissersvrouwen, klasgenoten etc. Toch zijn het allemaal ‘communities’. Voorheen allemaal offline. Ik durf te stellen dat de komst van sociale media ons de mogelijkheid geeft om communities te versterken door 24/7 de discussie te laten doorgaan. Een community is dan zowel offline als online. Sociale media bieden daardoor aan jou en mij de kans om aan meer communities deel te nemen dan vroeger, zonder geografische (locatie) of temporele (tijdstip) beperkingen.